Een computer leest codes uit een binair systeem. Je hebt twee waardes in een binairsysteem: 0(betekent: nee/uit) en 1(betekent: ja/aan). De losse cijfers 0 of 1 noem je een bit. Het Binair getalsysteem bestaat dus uit twee cijfers: 0 en 1. Een combinatie van 8 losse cijfers, oftwel 8 bits, is een byte. Decimale getallen kun je omzetten naar binaire getallen. Het Decimale getalstysteem bestaat uit 10 cijfers: 0 tot en met 9. Door de getallen 0 tot en met 9 om te zetten naar binaire getallen, kan een computer het dus lezen. Ook heb je het hexadecimale getalsysteem. Dit systeem bestaat uit 16 karakters: 0 tot en met 9 en A tot en met F.
ASCII- tabel
Een computer leest dus getallen uit het binaire systeem. Getallen kunnen waardes hebben. Bijvoorbeeld 65=A. Deze waardes staan in een ASCII-tabel. Hierin staat ook wat de binaire getallen betekenen. ASCII is de afkorting voor American Standard Code Information Interchange.De ASCII-tabel bestaat uit 127 waardes. Kort samengevat is het dus een beperkte standaardcodering voor het weergeven van tekens. Hieronder wordt een deel van de ASCII-tabel weergeven.
UNICODE
ASCII is somt te beperkt, hierom wordt er gebruik gemaakt van UNICODE. UNICODE is een uitgebreidere standaardcodering voor het weergeven van tekens. Deze standaardcodering heeft veel meer verschillende karakters dan de ASCII-tabel. Het bevat honderdduizenden verschillende karakters, waar alle talen in staan. Ook zijn er wiskundige symbolen en valutatekens.